Laos van Noord naar Zuid

Hallo iedereen!

We verblijven momenteel al enkele weken in Cambodja, maar hier eerst een verslagje van onze ervaringen in Laos!!

Op dinsdag 21 september zijn we aangekomen in Luang Prabang, de tweede grootste stad van Laos.  Alhoewel een stad kun je het niet echt noemen, er wonen slechts 26.000 inwoners en met zijn smalle straatjes lijkt het eerder een groot gezellig dorp.

 Onze eerste indruk van Laos was meteen positief, alles gaat er heel rustig en relaxt aan toe en de mensen zijn heel vriendelijk.  Zelfs de chauffeurs van de zogenaamde tuk tuks (motorfietstaxi’s) liggen liever te slapen in hun hangmat dan een centje bij te verdienen en je te vervoeren.  Een groot contrast met Vietnam waar ze je bij wijze van spreken in hun tuk tuk sleurden :-). 

In Luang Prabang was het er gezellig vertoeven aan de waterkant met zicht op de brede mekongrivier.  Vooral ’s avonds wanneer het stadscentrum wordt omgetoverd tot een kleurrijke, gezellige nightmarket, is het er heel sfeervol.  Daarnaast heeft de stad ook veel te bieden qua cultuur.  Naast de vele tempels zijn er tal van koloniale gebouwen en franse invloeden.   Elke ochtend om 6u vindt er een bijzonder ritueel plaats: rijen monniken wandelen langs de huizen, om voedseloffers in hun bedeltas te verzamelen.  Een mooi tafereel die je zeker niet mag missen.

In de buurt van Luang Prabang bezochten we ook nog de watervallen van Kuang Si, één van de grootste uit de omgeving met verschillende niveaus waar je een duikje kon in nemen, lekker verfrissend in dit warme weer.  Het domein is ook de thuis van enkele grote zwarte beren.  Mooi! 

Na Luang Prabang reisden we verder naar het plaatsje Muang Ngoi, een heel klein dorpje die enkel te bereiken is met een bootje en waar er ook geen straten zijn.  Geen enkele auto of bromfiets te bespeuren, echt een oase van rust!  Vooral het landschap was adembenemend met het hoge karstgebergte langs de rivier Nam Ou.  Hier deden we een leuke maar zware trektocht doorheen de rijstvelden en rivieren en modderige padjes.  Ook bezochten we een grot waar de dorpelingen zich schuilhielden tijdens de Vietnamoorlog, waar ook Laos slachtoffer van werd.

De toeristische trekpleister van Laos, is het dorpje Vang Vieng, prachtig gelegen tussen de rotsen.  Vang Vieng is vooral gekend voor het “tuben”, met een rubberband de rivier afdrijven met onderweg tal van bars waar je kunt aanmeren om een drankje te nuttigen.  Een populaire attractie die we natuurlijk ook hebben uitgeprobeerd.  ;-) Leuk.

Vervolgens bezochten we de hoofdstad Vientiane.  De stad, die voor ons weer meer op een dorp leek, was heel rustig, en het was aangenaam om alle bezienswaardigheden met de fiets te ontdekken.  Onze eerste stop was Patuxai, een soort Laotiaanse versie van Arc de Triomphe zoals in Parijs, die werd opgericht ter herdenking van oorlogslachtoffers.  Vanop de bovenste verdieping heb je een mooi uitzicht over de omgeving.  Daarna zijn we naar Pha That Luang gereden, een tempelsite met een grote stoepa, die helemaal bekleed is in goud. 

We namen ook nog even tijd om een bezoek te brengen aan “Cope”  Dit is een rehabilitatiecentrum die zich inzet voor mensen met een beperking, veroorzaakt door mijnen en bommen.  In het verleden werden in Laos heel wat bommen gedropt, tijdens de Vietnamoorlog, en een groot deel hiervan is toen niet tot ontploffing gekomen.  Daarom bestaat er tot op heden nog steeds het gevaar, vooral in afgelegen gebieden, dat mensen en vooral kinderen het slachtoffer worden van een ontploffing.  Het centrum heeft een interessante tentoonstelling over dit probleem die mooi in kaart wordt gebracht door de sympathieke medewerkers.  Voor de geïnteresseerden: www.copelaos.org

Na Vientiane reisden we met de lokale bus verder richting het zuiden van Laos, een gebied die minder toeristisch is dan het noorden.  We maakten een stop in het kleine dorpje Ban Na.  Dit dorpje is de uitvalsbasis om een trektocht te maken doorheen het Phou Khao Khouay national park, een plaats waar wilde olifanten leven.  We besloten een trekking te doen voor 2 dagen en te overnachten in een uitkijktoren om de olifanten te spotten.  Samen met 2 gidsen en nog een Russische toerist hadden we een toffe tweedaagse tocht.  De avond in de toren was heel gezellig, de gidsen maakten voor ons eten klaar, en ook al was onze overnachting heel primitief, we hadden hier een heel leuke tijd.  De omgeving was er prachtig, zeer ongerept, met tal van riviertjes en watervallen.  Spijtig genoeg hebben we geen olifanten gezien, ze leven in het wild en de kans dat je ze kunt zien is maar 50 %.  Misschien hebben we de volgende keer meer geluk.

Vanuit het dorpje Ban Na was het moeilijk om terug een lokale bus te nemen.  We zaten nogal afgelegen, een plaats waar er maar sporadisch eens een bus passeert.  Na een tijdje wachten, besloten we te liften en konden we meereizen met heel vriendelijke mensen in hun pick up.  We lagen vrij comfortabel in de bak achteraan die ons na een uurtje afzette in Paksan, een stad waar er niets te beleven viel, en waar we enkel bleven om te overnachten. 

De volgende dag namen we de bus naar Savannakhet, een charmant plaatsje met oude koloniale gebouwen.  We bezochten hier het nationaal museum en één van de oudste kloosters van Zuid-Laos.  Ook was het heerlijk om hier in contact te komen met de lokale bevolking.  We werden spontaan uitgenodigd op een feestje van het lokale postkantoor die hun 135^ste verjaardag vierden, en dat op de dag dat het onze eerste huwelijksverjaardag was! :-) Een feestje met veel drank, muziek en dans!

Vervolgens brachten we een bezoekje aan het Boloven plateau, een groot gebied gekend voor de mooie watervallen en de vele koffieplantages.  We verbleven in het dorpje Tat Lo, een aangenaam dorpje, aan de voet van de waterval, gelegen in een prachtige natuur, echt de moeite waard.

Na ons tweedaags verblijf reisden we door naar het uiterste zuiden van Laos, Si Phan Don of beter gekend als “4000 islands”.  Op deze plaats is de mekongrivier 14 km breed, en zijn er overal kleine eilandjes ontstaan.  Wij verbleven op het eiland “Don Det”, een leuk plaatsje met veel guesthouses en restaurantjes.  Ook hier huurden we een fiets, de ideale manier om het eiland beter te verkennen.  Het was er heel rustig, en mooi.  We bezochten ook een ander eilandje “Don Khong”, die via een brug, vroeger een oude spoorlijn, met “Don Det” verbonden is.  Tijdens onze fietstocht zagen we prachtige dingen, groene rijstvelden, spectaculaire watervallen waarvan het water uit alle uithoeken stroomde.  Het hoogtepunt waren de Irrawaddydolfijnen.  Deze dieren leven in een reservoir gelegen tussen het eiland “Don Khong” en het vasteland met Cambodja.  Overal zijn er tours te boeken over het ganse eiland om deze dolfijnen te bekijken.  Wij besloten om mee te varen met een lokale visserman, voor een iets goedkopere prijs.  Hij bracht ons tot aan de Cambodiaanse kant, waar we een mooi zicht hadden, een mooie afsluiter van onze reis doorheen Laos!

Vele groetjes van ons x