Borneo

Hallo allemaal!

Hoe gaat het in warme België?  Hopelijk alles goed met iedereen!!

Met ons tweetjes alles prima, we verblijven momenteel al meer dan een week in Sarawak, Maleisisch Borneo.

We zijn sinds vorige week donderdag aangekomen in Kuching, de hoofdstad van Sarawak en het is leuk om enkele dagen ter plaatse te blijven.  We vlogen met Air Asia, een goede en betrouwbare low cost maatschappij die veel verbindingen heeft met verschillende Aziatische steden voor een spotprijs.

Een slaapplaats op voorhand hadden we niet en doordat het Rainforest World Music Festival plaatsvond op 9, 10 en 11 juli, konden we natuurlijk problemen verwachten tijdens onze zoektocht.  Na enkele guesthouses, hostels, hotels te hebben afgelopen, vonden we uiteraard niets, alles volzet.  Dan maar genoodzaakt om te proberen in de duurdere prijsklasse en  in het “Harbour View hotel” hadden we beet.  We besloten om meteen drie nachten te boeken, want we waren aan rust toe, de vorige dagen waren toch wel vermoeiend. 

Kuching is een prachtige stad aan de oevers van de Sarawakrivier.  Dat Kuching ook kattenstad wordt genoemd, is meteen merkbaar aan de vele kattenfiguren die te vinden zijn in het centrum.  Het is hier gezellig vertoeven aan de levendige promenade langs de waterkant.  Vooral wanneer de avond valt, is het er heel sfeervol met de mooie kleurrijke lichtjes, lokale eettentjes, en enkele straatartiesten.  Traditionele houten boten, “sampangs” genaamd, varen voortdurend heen en weer om mensen tot aan de andere kant van de oever te brengen. 

Daarnaast heeft Kuching ook een rijk verleden en dat merk je meteen aan de vele historische gebouwen.  We bezochten o.a het Sarawak museum die een mooie collectie aan woodcrafts herbergt en waar je ook veel informatie vindt over de verschillende volkeren.  Daarnaast brachten we ook een bezoek aan het Fort Margherita, aan de overkant van de rivier, die werd gebouwd als bescherming tegen aanvallen van piraten.

De weekendmarkt was ook een gezellige plaats om rond te wandelen.  De vele dicht op elkaar geplaatste kraampjes verkochten alles wat je maar kon bedenken, van alle nodige levensmiddelen tot exotisch fruit, groenten en zelfs huisdieren.  Ondenkbare taferelen, heel levendig en kleurrijk!

Door de aanwezigheid van het festival, had ons bezoek aan Kuching een leuke meerwaarde.  Het festival vond plaats in het Sarawak cultural village, een mooie locatie dichtbij de Zuid-Chinese zee en aan de voet van de mooie berg, de Mount Santubong.  De sfeer was er ongelooflijk en we hebben met volle teugen genoten van dit opmerkelijke muziekfestival, alsook van de drankjes ter plaatse :-)

Na onze drie nachten te hebben doorgebracht in het Harbour View Hotel te Kuching, zijn we voor één nacht naar Bako National Park gegaan.  Dit mooie park ligt een uurtje van Kuching en is een echte aanrader!  De ingang is enkel te bereiken met een bootje.  Het park is vooral gekend om zijn vele mooie wandelingen en talrijke wilde dieren.  De mooiste wandeling die we gemaakt hebben was ongetwijfeld de “Telok Pandan Kecil trail”.  Na een ongeveer twee uur durende tocht, met vele hindernissen, maar vooral met de prachtige natuur en het constant veranderende landschap, kwamen we terecht op een klein strandje verborgen tussen de mooie rotsformaties en genoten we van het azuurblauwe water...  Absoluut de moeite waard!  Daarnaast hebben we in het park ook heel wat wilde dieren gezien.  Zo zagen we enkele neusapen, wilde everzwijnen en gewone aapjes rondom het hoofdkwartier.  Deze laatste zijn mooi om te observeren, maar toch wel opletten geblazen dat ze niet met je spullen gaan lopen.  Zo kwam er bij ons een aap op onze tafel gesprongen en was in een quick tempo verdwenen met onze appels :-)

Na dit bezoek zijn we terug gekeerd naar Kuching waar we nog drie nachten verbleven in een ander guesthouse:  Beramih Lodge.   We volgden o.a nog een kookcursus die we boekten bij “Bumbu cooking class”, iets wat we in ieder land willen volgen om zo de keuken van iets dichterbij te leren kennen.  Heel interessant en leuk om te doen.  Eerst gingen we achter onze ingrediënten naar de lokale markt, waar we vele vragen en antwoorden kregen over de speciale groenten en fruit.  Veel dingen (zoals oranje aubergines) hadden we nog nooit gezien of van gehoord.  Uiteraard heel interessant.  Het koken op zich was ook heel leuk, wij waren de enige toeristen dus hadden we privéles van een toffe madam die ons alles in geuren en kleuren uitlegde.  Nadien mochten we alles proeven!!  De “sambal midin”, een lokale junglegroente was heel speciaal en lekker, alsook de tako’s die we leerden maken in een zelf gevouwen vormpje van bananenbladeren, opgevuld met kokos en maïs. 

We brachten ook nog een bezoek aan het Semenggoh Wildlife Rehabilitation Centre, waar een 20-tal orang-oetans opgevolgd worden en vrij in het wild leven.  Deze tocht kon je georganiseerd doen of op eigen houtje.  Met een heel groot verschil in prijs besloten we het op ons eentje te doen en zelf de local bus te nemen tot aan dit centrum.  De verantwoordelijke van het centrum vertelde ons dat de vorige bezoekers geen enkele orang-oetang hadden kunnen zien, maar wij hadden wel geluk, de eerste orang-oetangs kwamen tevoorschijn vanuit het regenwoud.  Slingerend van boom tot boom, kwamen ze de bananen halen.  Een heel mooi tafereel, en vooral de baby’tjes waren heel schattig!  

Sinds gisteren hebben we de stad Kuching achter ons gelaten en zijn we vertrokken richting Miri.  We hadden de keuze, ofwel één uurtje vliegen, ofwel 16u met de bus.  Natuurlijk een serieus verschil in prijs waardoor we dan maar beslist hebben om de bus te nemen.  Morgen zullen we hier de bekende Niah Caves bezoeken.

Vele groetjes van ons!